Goudkaparatinga:  Aratinga auricapilla auricapilla

 

 Lengte:       30cm 
 Ringmaat:  6mm 


 

 

 

 

 

Ondersoorten: 


    1. aratinga auricapilla auricapilla 
   2. aratinga auricapilla aurifrons


Beschrijving:  
 

Het verschil is te zien in de streek tussen oog en ondersnavel.  Bij nr1 zijn de veren hier voornamelijk geel tot bruinrood, bij nr2 groen.  Een tweede onderscheid vormen de stuitveren: bij nr1 roodbruin gezoomd, bij nr2 zuiver groen.

Dit is het meest betrouwbaar.  Tenslotte heeft nr2 vaak wat meer geel op de kroon.  Volwassen vogels laten prachtige contrasterende kleuren zien:  geel en roodbruin tegen een donkergroene achtergrond. Er kan redelijk wat variatiein het geel en roodbruin zitten,  zowel op de kop als op de buik, waar de tinten  donkerder zijn.

Dit is geen aanduiding voor een mogelijk geslachtsverschil.  Jonge vogels lijken sterk op de ouders:  de belangrijkste verschillen zijn te vinden  in het roodbruin en het geel, dat minder intensief en geringer van omvang is. Ze zijn geslachtsrijp na 2 jaar.

 

Afkomst:

Het zuiden van Brazilie.

 

Voeding:


De goudkappen krijgen een aangepaste zadenmengeling met iedere dag groenten en fruit zoals:  appel, peer,   appelsien, druiven, kersen, witloof, komkommer, prei, paprika, wortelen, rozenbottels, rozijnen, mais  enz.....
Dit alles al naargelang het seizoen.
Buiten de kweekperiode word het eivoer  2 maal per week gegeven, in het broedseizoen elke dag.
Ook verse wilgentakken hebben ze altijd tot hun beschikking.
Daarnaast vers drinkwater dat  elke dag word gegeven.

  

Broedproces:

Er worden 3 a 5 eieren gelegd, die gemiddeld 23 dagen worden bebroed. De jongen worden omstreeks de 10 dag geringd.
Een tweede legsel behoort tot de mogelijkheden.  De nestkasten hebben een afmeting van 60cm hoog en een oppervlakte van 25cm x 25cm, invlieggat 7cm, waarvan ze er steeds 2 ter beschikking hebben.
Ook als ze in een kweekkooi zitten krijgen ze steeds 2 nestkasten ter beschikking.  In de nestkast word een dikke laag houtkrullen gelegd, vermengd met bosgrond.

 

Kweekervaring met de goudkap aratinga:

Mijn eerste ervaring met de goudkappen.  De vogels waren gehuisvest in een buitenvolière met een onverwarmd nachthok. Ze kregen 1 jong van 3 bevruchte eieren.    Na 14 dagen lag het jong jammer genoeg dood in het blok, toch werd het goed gevoerd want bij nestcontrole had het de krop steeds goed vol zitten.Dit kwam vermoedelijk door de koude (half november), want het had enkele dagen goed gevroren, en overdag kwamen de oudervogels bijna niet meer in de broedblok.

Na deze ervaring werd het koppel omgezet in een kweekkooi van 125cm x 0.80cm x 100cm met de broedblokken aan de buitenkant. Bij deze vogels worden er altijd  2 broedblokken gegeven.  Begin januari 2008 werden er weer meerdere paringen waargenomen en op 23 februari werd het eerste ei gelegd, gevolgd door een 2de en een 3de. 

Op 17 maart ( 24 dagen na het eerste ei) werd het eerste jong geboren, wat de volgende dag ook weer dood in het blok lag.  Daarna volgde het tweede en derde jong. Daar de oudervogels niet overgingen tot het voeren van de jongen werd er besloten over te gaan tot handvoeding maar de jongen bleven wel gewoon in het blok zitten. De ochtend van de 6de dag had 1 van de jongen een kleine hoeveelheid voedsel in de krop zitten en werd de handvoeding gedurende enkele dagen alleen nog maar 1x ´s avonds gegeven.

Vanaf dat moment werden de jongen voorbeeldig gevoerd.  Wat me echt opviel is dat het ouderkoppel geen enkel probleem maakt van de nestcontroles, zelfs als het koppel op het nest zit werden de jongen gewoon weggenomen en terug gezet om de handvoeding te geven.  De jongen werden geringt na 13 dagen met ringmaat 6mm.